Gezien en gehoord worden
Identificatie, deel 2
Vaak wordt er gesproken van mensen met een ‘handicap’ of een ‘beperking’. Wat verstaan we daar onder? Staat het onomstotelijk vast of iemand gehandicapt, dan wel helemaal ‘gezond’ is. Of is het meer een maatschappelijk begrip?
Ik durf te stellen dat bijna iedereen wel in meer of mindere mate tegen beperkingen aanloopt. Iemand die gepest is, kan bijvoorbeeld een laag zelfbeeld hebben, teruggetrokken zijn en daardoor kansen voorbij laten gaan. Iemand met overgewicht kan net zo goed belemmerd worden in zijn bewegingsvrijheid als iemand die mank loopt.
We hebben allemaal bewust of onbewust overtuigingen over onszelf, die ons belemmeren. Sommigen zien zichzelf als liefdevol, sterk en stoer, terwijl ze zich diep van binnen kwetsbaar, angstig of laf voelen.
Veel mensen zijn onbedoeld ook bang voor succes. Dat noemen ze bijvoorbeeld ‘realisme’.
‘Het leven is geen sprookje.’
Als iemand gewend is om af te wachten, zou het hem moeite kosten om zelf initiatief te nemen.
Wie denkt dat succes niet voor hem is weggelegd, kan zich afvragen waar dat idee vandaan komt. Het beeld dat hij van zichzelf heeft? Iets dat in het verleden is gebeurd?
Denk bijvoorbeeld aan een boer op een tractor (een mooi metafoor waar een vriend mee kwam), die in de verte een kuil ziet. Al eerder was hij in een kuil gereden en ziet er nu al tegenop om zijn tractor er weer uit te moeten slepen. Zijn hoofd wordt al zwaar en zijn armen slap, als hij de kuil nadert.
“Wat moet ik nu doen?” roept hij.
Zijn vrouw, die net appels heeft geplukt uit de boomgaard, schrikt van de wanhoop in zijn stem. Ze weet niet wat er mis is: de boer vergeet bijna dat hij de kuil (nog) kan ontwijken.
Vaak heb ik me gevoeld als die boer.
Succes hoeft niet gelijk te staan aan mooie kleding, glamour en spotlights.
Het gaat meer om het halen van ons eigen doelen en in harmonie leven met onszelf en de omgeving. Af te rekenen met excuses.
Een manier om los te komen van oude patronen, is ons te gedragen zoals we willen zijn, in plaats van hoe we denken te zijn. Een voorwaarde is dat we bereid zijn om diepgewortelde overtuigingen te onderzoeken.
We kunnen onszelf op de proef stellen: bijvoorbeeld een volle huiskamer binnenlopen en een gesprek aangaan met mensen. Ook al voelen we ons niet zelfverzekerd of sociaal, het geeft moed. Ook zingen, schrijven of de natuur in, kan bevrijdend zijn. Of voor onszelf opkomen, terwijl we ons gewoonlijk omver laten lopen. We kunnen onszelf verrassen, door iets anders te doen dan we gewend zijn.
Zelf ben ik een paar jaar geleden zelfstandig gaan wonen (nadat ik een paar jaar begeleid gewoond heb). Hoewel sommige belangrijke mensen in mijn leven bang waren dat ik het niet zou redden, of dat ik zou vereenzamen, voelde het als een juiste stap. Zo is het ook uitgepakt. Mijn zelfvertrouwen groeide en ook het contact met mijn moeder werd gelijkwaardiger.
Vaak voelde ik me minderwaardig, door bepaalde ervaringen en hoe mensen naar me keken.
Vaak begint de bevrijding al bij het besef dat ik mijn omstandigheden niet bèn. In mijn puberteit was het overleven. Gewoon eens onbezonnen plezier beleven, was er meestal niet bij. Een periode die ik achter me wil laten.
Ik leek niet over een arsenaal aan gereedschap of trucs te beschikken, zoals de meesten mensen. Daardoor voelde ik me al jong op mezelf teruggeworpen. Mijn vaardigheden heb ik langzaam, met veel moeite moeten ontwikkelen.
Juist twijfels over mijn kunnen zorgden ervoor dat ik stil bleef staan, waardoor ik ver onder mijn eigen kunnen presteerde. Gedachten vragen veel energie. Ze zorgen dat ik in mijn hoofd ga zitten.
Ik maakte onlangs de beslissing om te stoppen met twijfelen en iets gewoon te doen. In de flow gaan en me niet afvragen of het wel kan. Vertrouwen hebben en me laten leiden door intuïtie en gezond verstand. Zo heb ik voor het eerst een cartridge van mijn printer verwisseld. Eerst vroeg ik daar altijd hulp bij. Ik kon het vast al, maar voelde me onzeker. Het geeft een geluksgevoel om iets voor het eerst met succes te doen. Nu is dit voorbeeld niet indrukwekkend, maar daarom des te herkenbaarder.
Toch zijn velen onbewust bang voor succes, of beter gezegd: bang voor veranderingen. We geloven niet dat we gezond kunnen eten, kunnen sporten, een boek kunnen schrijven of welk doel we ook voor ogen hebben. Het onbewuste heeft manieren om ons tegen te houden. Bovendien wordt er van iemand die succesvol overkomt, ook meer verwacht.
Zo werpen we belemmeringen op.
‘Ik kan pas een boek schrijven, als ik een cursus schrijven heb gevolgd’, ‘Ik hou veel te veel van lekker eten’, ‘Ik ben niet goed in sport’, ‘Ik kan niet afvallen, ik heb het al zo vaak geprobeerd.’
Oefening baart kunst, het hoeft niet perfect te gaan. Zonder fouten leren we niets en doen we alleen wat we gewend zijn.
We hebben toch ook leren lopen en praten?
Waar liggen onze interesses? We kunnen schrijven wat ons invalt, al zijn het aanvankelijk maar een paar steekwoorden. Korte verhalen of artikels zijn meestal eenvoudiger dan een heel boek. Veel lezen helpt ook om zicht te krijgen op plots, beschrijvingen, dialogen en stijlen. En die schrijfcursus kan zeker waardevol zijn.
Over eten: waarom zou gezond niet lekker kunnen zijn? Er zijn genoeg pure, smakelijke en voedzame hapjes en gerechten. Met creativiteit kunnen we onszelf en anderen verrassen.
Sport hoeft niet prestatiegericht te zijn. Een stuk fietsen door de natuur is ook lichaamsbeweging.
Om een gezond gewicht te bereiken, is het nodig om lichamelijk en geestelijk in harmonie te zijn. We hoeven niet in gevecht met onszelf te gaan, maar het contact met ons lichaam en onze essentie te herstellen. Dan gaan we weer af op wat ons lichaam aangeeft en vertrouwen op onze intuïtie. Als we van onszelf houden, zullen we waarschijnlijk ook beter voor onszelf zorgen.
Aan doelen werken is niet makkelijk, maar moet het dat zijn? Ergens moeite voor doen hoeft niet gelijk te staan aan ploeteren. Het betekent niets anders dan ergens energie in steken. Het kan veel voldoening geven.
Gedachten of emoties die me in de weg staan, zie ik onder ogen. Ik reken ermee af.
Ook vraag ik me zo min mogelijk af of iets ‘leuk’ is. Het is wat het is. ‘Leuk’ of ‘vervelend’, zijn oordelen.
Ook tijdens de afwas of een andere taak, kan ik in contact blijven met mijn liefde. De energie stroomt nog steeds door mijn lichaam. Meestal luister ik een CD tijdens het afwassen. Ik kan het zo ‘leuk’ maken, als ik zelf wil.
Als ik me niet meer af laat leiden, kan ik echt opgaan in een taak en kom ik snel vooruit.
Het begint met een duidelijke keuze. In plaats van mezelf steeds van alles voor te nemen, iets daadwerkelijk doen.
Om in een ontspannen mentale toestand te komen, is het nodig om frustraties en angsten los te laten. Er is een verschil tussen wie we zijn en wie we denken te zijn.
Velen denken dat ze onuitstaanbaar zijn voor anderen, als ze hun ware aard laten zien. Als ze iemands kleding oubollig vinden, zeggen ze dat ook. Maar zichzelf zijn is iets anders dan emotioneel een mening geven.
Wanneer we het beeld van onszelf los kunnen laten, voelt dat mogelijk als een bevrijding.
Dan kunnen we in contact komen met ons ware Zelf, creativiteit en liefde. Dan kunnen we ook de omgeving eerder doorzien en zitten we niet meer gevangen in patronen.