Gezien en gehoord worden
Wat we van kinderen kunnen leren
De kindertijd zien we als een periode van leren.
En de volwassenen zijn de leermeesters. Kinderen imiteren hen.
Kinderen leren zinvol hun emoties te uiten en met anderen om te gaan.
Maar is dat ook zo?
Pesten, buitensluiten en discrimineren, leren kinderen van volwassenen.
Kinderen hebben een voorbeeld nodig. Maar ze geven zelf ook een voorbeeld, door ons een spiegel voor te houden.
Zijn we bereid om in die spiegel te kijken?
Als kinderen iemand buitensluiten omdat hij niet het ‘juiste’ merk kleding draagt, waar komt dat dan vandaan?
Kinderen zijn nog eerlijk in hun emoties.
Laatst was ik met Iwanjka en zijn dochtertje Zonnetje, naar de klimhal.
We hadden een leuke dag. Ongedwongen.
Het meisje liet zich graag schommelen. Ook stoeiden we, waarbij Iwanjka nog echt kon meegaan in het spel en zelf een kind leek.
Op de terugweg, zagen we door het raam van de trein, een huilende jongen. Zo te zien had hij zich bezeerd, zoals hij zijn hand vasthield.
“En de moeder laat hem gewoon lopen”, merkte Zonnetje op.
Ze had het al goed door.
Hoe mensen langs elkaar heen leven.
Ook kan ze zelf goed aangeven wat ze nodig heeft, wat haar blij maakt en wat haar dwars zit.
Beter dan ik 😉
Als we een kind afleiden met een snoepje, speelgoedje, iets te drinken of fopspeen, wanneer het bang of verdrietig is, leren we hem dan om zinvol gevoelens te uiten?
Of zal het kind later naar de fles, een stuk chocola, een sigaret of een nieuw hebbedingetje grijpen.
Zo iemand slaat op de vlucht voor zijn emoties, of dekt ze af.
Konden onze ouders onze pijn aan? Zo nee, proberen we anderen nu ook die pijn te besparen?
Stonden we er alleen voor, of waren er liefdevolle armen en steunende woorden, als we het moeilijk hadden?
Probeerden ze de pijn niet weg te nemen, maar vingen ze die liefdevol op? Leerden ze ons dat verdriet bij het leven hoort.
Zodat we niet weg hoeven te lopen voor gevoelens, maar ervan kunnen leren. En we ook anderen kunnen bijstaan, als ze het moeilijk hebben.
Een kind wordt onschuldig geboren. Het is in staat om lief te hebben. Ook hebben jonge kinderen een sterkte intuïtie. Ze voelen haarfijn aan hoe het met hun ouders gaat.
De jongste baby kan aangeven wat het nodig heeft en hoe het zich voelt.
Maar worden hun uitingen genegeerd en worden zij op de klok gevoed, raakt hun biologische ritme verstoord.
Dat uit zich bijvoorbeeld in strijd aan tafel, over wat het kind eet.
Uit zichzelf voelen kinderen goed aan wat ze nodig hebben.
Als ze (zelfbereid) voedsel krijgen in een zo puur mogelijke vorm, zullen ze eten waar hun lichaam om vraagt.
Verse groenten, fruit, noten, bonen, zaden, eieren.
Eventueel een stukje biologisch vlees of biologische vis.
Voeding die mensen van honderd jaar terug ook nog zouden herkennen.
Voor kant-en-klaar maaltijden, snoep en snacks geldt dit niet. Omdat er weinig voedingswaarde in zit, heeft het lichaam er veel meer van nodig om aan de vitaminen en mineralen te komen.
Ook zitten er smaakstoffen in om het lekkerder te maken. Sommige toevoegingen zijn ook verslavend.
Kinderen zijn afhankelijk van de zorg, liefde en het vertrouwen van anderen.
Ouders en andere opvoeders zijn de gidsen van het kind. Ze begeleiden hem op zijn levenspad.
Maar wat voor pad zal het zijn?
Het pad dat de overheid voor hen heeft uitgestippeld, of hun eigen pad?
Kunnen kinderen zich natuurlijk en vrij ontwikkelen, of leggen we hen beperkingen op vanuit angst en wantrouwen?
Als we ons eigen blokkades omver werpen, kunnen er wonderbaarlijke dingen gebeuren.
Kinderen die in vertrouwen, respect en liefde opgroeien, ontwikkelen zich tot zelfbewuste en sterke mensen.
Er is moed nodig om je eigen weg te volgen.
Moed is een van de belangrijkste kwaliteiten. Het is nodig om je andere kwaliteiten te kunnen inzetten.
Het betekent niet dat je geen angst meer hebt, of onbezonnen bent. Het betekent dat je je angst onder ogen ziet. Door in jezelf te vertrouwen, kun je je angsten overwinnen.
Degenen die echt wat voor de wereld betekenen, hebben allemaal hetzelfde gemeen: vertrouwen in zichzelf en in hun zaak.
Zoals Adora Svitak, die al met zeven jaar voor publiek schreef. Flying Fingers, een boek over haar liefde voor schrijven, publiceerde ze ook als kind. Ze verwierf er internationale bekendheid mee.
Haar ouders steunden haar echt.
Sindsdien spreekt ze voor duizenden docenten.
Ze maakt een wijze, geestige en zelfverzekerde indruk.
Of denk aan een gezin waarvan zes van de tien kinderen al aan een studie op de universiteit begonnen zijn.
Niet omdat ze uitzonderlijk begaafd zijn, maar omdat hun ouders vertrouwen in hen hebben. De kinderen kregen thuis onderwijs, waarbij de ouders inspeelden op hun interesses en talenten.
Niet alleen vallen de kinderen op door hun jonge leeftijd, maar ook zetten ze de mooiste prestaties neer.
Niet onder druk, maar uit zichzelf.
Tippi Degré is opgegroeid tussen de wilde dieren, op de Afrikaanse vlakten.
Het meisje staat anders in het leven dan haar westerse leeftijdsgenootjes. Ze is een kind van de wildernis en komt heel harmonieus en zelfverzekerd over.
Ze raakt bevriend met dieren en met een natuurvolk.
Olifanten, zebra’s en zelfs een panter, treedt ze onbevangen, maar met respect tegemoet. Ze spelen mooi op elkaar in.
Ze ervaart, leert, rent, klimt en duikt. Dat gaat heel ongedwongen. Geen prestatiedruk, maar pure levenslust.
Afrika heeft haar veel moois meegegeven.
Tijdens een interview vertelt ze dat ze het continent iets terug wil geven en zich wil wijden aan het beschermen van de natuur en de dieren. Ook wil ze begrip creëren en een brug slaan tussen de wildernis en de ‘beschaving’.
Het leven zit vol frustraties, tegenslagen en pijn. Velen zien dat als negatief. Maar ze zijn soms nodig om mensen hun kracht te laten ervaren en gebruiken.
Van fouten leren we.
Als we onszelf en onze kinderen willen beschermen tegen mislukking en teleurstellingen, doen we alleen wat we gewend zijn. De kinderen worden zwak en afhankelijk.
Als we hen toestaan om te struikelen en fouten te maken, kunnen ze levenservaring opdoen en nieuwe vaardigheden leren
Kinderen laten zich nog niet belemmeren door denkbeeldige problemen.
Dat kunnen we van hen leren.
Alle nieuwe uitvindingen zijn ooit verzonnen. Daar is verbeelding voor nodig.
Door te durven dromen en ook te werken aan onze doelen, kunnen we mooie creaties voortbrengen.
Door ons hart open te stellen, weten we wat echt belangrijk voor ons is.
Kinderen hebben bijzondere kwaliteiten, zoals creativiteit, vindingrijkheid, energie, out of the box denken en speelsheid.
Ook ‘volwassen’ kwaliteiten kunnen ons goed van pas komen, zoals zelfdiscipline, verantwoordelijkheid en overzicht.
Maar het kind in ons blijft bestaan en wil gehoord en gezien worden!
Als we onze geest openen, kunnen we onze creatiekracht aanwenden en kunnen we dromen waarmaken.
Zie wat er gebeurt als ouders vertrouwen hebben in de innerijke wijsheid van een kind.
Een boeiend, krachtig en humorvol pleidooi om kinderen vertrouwen te geven en van hen te leren.Verteld door een twaalfjarig wonderkind.
www.ted.com/talks/lang/nl/adora_svitak.html?source=facebook#.Uvu-N19ngFp.facebook
Goed voorbeeld doet goed volgen. Slecht voorbeeld helaas ook.
www.brekend.nl/2014/02/17/kinderen-zien-kinderen-doen/
Een kind dat opgroeit in de wildernis. Mooi om te zien hoe vrij, zelfbewust en vol vertrouwen ze is:
www.naturely.org/tippi-degre-child-of-africa/
Ouders spelen in op de passie’s en talenten van hun kind.
www.niburu.co/index.php?option=com_content&view=article&id=5542:thuisonderwijs-goed-voor-een-kind&catid=30:bewustzijn&Itemid=43