Van nature weet het lichaam feilloos wat het nodig heeft. Door druk van buitenaf kan deze intuïtie teniet worden gedaan.
Kinderen die groenten weigeren of met lange tanden hun eten naar binnen werken. Wat is hier aan de hand?

Als een kind iets niet wil, ontaardt dat vaak in een strijd. Een lepel die in zijn mond wordt geduwd. Dreigden, smeken. Het kind sputtert tegen, gaat huilen of kokhalzen.
Sommige kinderen moeten net zo lang aan tafel blijven zitten tot hun bord leeg is.
‘Gezond eten’ gaan ze associëren met pijn en straf, terwijl gefrituurd voedsel, frisdrank en snoep voor hen een feestje is.

Kinderen die borstvoeding krijgen, worden later vaak makkelijkere eters, omdat ze als baby al aan aan verschillende smaken wennen.
Ook krijgen baby’s (meestal) de borst als ze honger hebben en niet volgens een schema. Ze blijven vertrouwen op de signalen van hun lichaam.
Baby’s die vers, ongepureerd voedsel krijgen, als ze eraan toe zijn, maken al jong kennis met verschillende smaken en structuren. Ook oefenen ze het kauwen en slikken.
Verslikken komt zelden voor. (Kijk wel uit met harde stukken -vlees of met noten) Een kind zal eerst een stuk voedsel oppakken en erop sabbelen. Proeven en uit zijn mond laten vallen. Langzaam leert hij het te vermalen.
Kinderen zijn meestal toe aan ander voedsel dan melk als ze op eigen kracht kunnen zitten, voedsel kunnen vastpakken, in hun mond kunnen doen en kunnen kauwen. Over het algemeen vallen die ontwikkelingen samen.

Een afkeer voor bepaald voedsel kan een allergie of overgevoeligheid aanduiden.
Kinderen met lactose-intolerantie willen instinctief geen melk drinken. Het is zinvol om dit te laten testen.
Door de vele commerciële snacks, koeken en frisdranken, verliezen kinderen het contact met hun lichaam.
De voedingsindustrie heeft vaak andere prioriteiten dan gezondheid. Er zijn reclames speciaal op kinderen gericht, om tussendoortjes vol kunstmatige toevoegingen, suiker of andere zoetstoffen aan te bieden.
Ook via scholen en zelfs kinderdagverblijven komen producten zonder voedingswaarde binnen.

Een kind kan voedsel weigeren dat hij vroeger met smaak at.
Dat het niet lekker zou zijn is onzin.
Mijn zusje was een moeilijke eter. Haar voorkeur ging uit naar snoep, koek, wittebrood en vlees. Fruit alleen met kleine beetjes. Groenten? Bij een flinterdun stukje wortel begon ze al te kokhalzen.
Ook was ze aan de lopende band verkouden of had ze het benauwd.
Elke dag was het een drama aan tafel. Onze vader (waar ze om het weekend en in de vakantie’s was) drong aan en werd boos of wanhopig als zij weigerde. Het werd een strijd die alleen maar verliezers kende.
Ik bedacht een tactiek om mijn zusje (beter) te laten eten. Aanvankelijk om een einde te maken aan het gedoe aan tafel. Het was eigenlijk heel simpel. Niet eten, betekende ook geen snoep. Het ging mij niet om straffen of belonen, maar om te voorkomen dat zij haar honger kon stillen met versnaperingen. Nu zou ze meer trek krijgen tijdens de maaltijden.
Als ze een hap probeerde, mocht ze één lekkernij tot aan het volgende avondmaal. Als ze haar bord half leeg at (voor haar een hele prestatie), mocht ze evenveel snoepen als ze gewend was.
Nu was het haar eigen keus om wel of niet te eten. Ze werd niet meer onder druk gezet, dat was het belangrijkst. Het werd een stuk gezelliger aan tafel.
Niet dat het probleem nu was opgelost. Ze vond het oneerlijk als ze geen snoep kreeg. Maar verandering kost ook tijd.
Het eten ging heuvelopwaarts. Ze durfde nieuwe gerechten of groenten te proberen.
Rauwkost en fruit ging ze zelfs waarderen.

De doorbraak kwam pas toen haar ouders suiker aan banden legden en gezonder voedsel aanboden. Ze knapte op en kon ook gaan genieten van gezonde lekkernijen.
Het ging heel natuurlijk. In plaats van wittebrood kreeg zij volkoren speltbrood.
Ik kan me nauwelijks strijd herinneren. Het gaf haar juist rust en duidelijkheid.
Op speelse wijze kwamen er andere gerechten en versnaperingen in haar leven. Mijn vaders vriendin, die zelf moeder is van twee kinderen, heeft ook een positieve invloed gehad. Haar kinderen hebben voedselallergieën. Gluten verdragen ze niet, maar ze lusten bijna alles.
Hun moeder kan heerlijk koken, zoals pompoensoep. Rijst met spinazie, rozijnen, mozzarella en een omeletje. Salade met ei, komkommer en pijnboompitten. Zelfgemaakt broodbeleg van bijvoorbeeld paprika en kruiden.
Gebakjes maakt ze zelf en die smaken heerlijk.
Zus haar gezondheid ging met sprongen vooruit. Ze zat lekkerder in haar vel en kreeg energie om urenlang buiten te spelen. Ze was niet meer uitgeteld na een paar honderd meter lopen.
Het werd een kind dat goed om haar heen keek en kon aangeven wat ze wel en niet wilde.
Uiteraard spelen er meer omstandigheden mee, zoals een andere school waar ze beter op haar plaats was. Maar voeding heeft zeker invloed op haar stemming en energie.

Een paar voorbeelden van waar mijn zusje nu van kan genieten:

  • Courgettesoep.
  • Pompoensoep.
  • Versgeperste sinaasappelsap.
  • Mandarijnen.
  • Troebele appelsap.
  • Wilde perziken.
  • Watermeloen.
  • Zoete tomaatjes.
  • Rauwkost.
  • Mango.
  • Rijstwafels.
  • Pure chocola (waar gezonde stoffen in zitten)
    Het draagt bij aan de vreugde en mijn zusje hoeft niets te missen.

Onlangs heeft het voedingscentrum een schoolontbijt goedgekeurd, waar arme kinderen fabrieksbrood (van tarwe), margarine (synthetische boter) en zoetigheid kunnen pakken.

Als drinken een beker koemelk.
Dingen die ik zelf niet zou eten om gezond te blijven.
Steeds meer kinderen zijn allergisch voor deze moderne voeding.
Maar dat lusten de kinderen tenminste, zullen velen zeggen.
Er zit geen fruit of groente bij.
Bij sommige schoolontbijten wordt er wel sinaasappelsap geserveerd.
Natuurlijk is het beter dan helemaal niets eten. Veel kinderen gaan zonder ontbijt naar school.

Er zijn genoeg voedingsbronnen die ook goed smaken, zoals rauwkost, fruitsalade, noten, gevulde soep. Eieren van kippen die vrij buiten mogen lopen en grassen en ander groen kunnen eten.

Kinderen kunnen best anders eten.
Mijn wens is dat eten voor hun een plezierig onderdeel van de dag is. Een moment om bij te praten, tijd en aandacht voor elkaar. Groente speelt een hoofdrol in de maaltijden, maar zonder dat dit als vies, saai of vervelend wordt ervaren. Het hoort er gewoon bij.
‘Snoep’ hoeft geen aanval op hun lichaam te zijn, het kan een waardevolle aanvulling op hun eetpatroon zijn.
Gedroogde vruchten zijn minstens even lekker als snoep uit de fabriek. Laatst zag ik in een supermarkt kartonnen autootjes met daarin minikomkommertjes, tomaatjes of paprikaatjes. Dat vond ik zeer hoopvol. Rauwkost aanprijzen bij kinderen.
Als er een gezellige en ontspannen sfeer is onder het eten, krijgen kinderen vaak ‘vanzelf’ trek.
Kinderen zijn goede sensors. Wie geniet van een maaltijd die met liefde is bereid, straalt dat geluk ook uit. Als iemand met tegenzin achter het fornuis staat, krijgt eten een negatieve lading.
We zijn zelf het levende voorbeeld voor een kind.
Ook kleine stappen vooruit kunnen een verschil maken. Door zelf positieve veranderingen door te maken, kunnen we de omgeving inspireren.

Laten we werken aan een gezonde omgeving, waar kinderen gelukkig, onbekommerd en gezond kunnen opgroeien

Nationaal Schoolontbijt dit jaar goedgekeurd door Voedingscentrum

Hoe wij tot een ander voedingspatroon kwamen en ik tot mijn beroep

Introductie van vast voedsel na zes maanden

Die Zes Maanden